Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], [Beth.] Vertrouw op den HEERE, en doe het goede; [5]bewoon de aarde, en [6]voed u [met] getrouwigheid. 5. Dat is, zo zult gij de aarde in het algemeen, en het land Kanaan [dat een voorbeeld was van het hemelse] in het bijzonder, bewonen en u voeden, of gevoed worden, enz. alzo vs.27, en elders. Zulke beloften, gebiedenderwijze gesproken, zijn zeer krachtig, als voerende de vromen in dadelijke genieting en bezit van hetgeen beloofd wordt. Verg. Spreuk.3:3. 6. Hebr. weid u, of wordt geweid; dat is, de Heere zal u getrouwelijk voeden, naar zijne beloften, gelijk in het volgende verklaard wordt. Of, onderhoud uzelven met de overdenking van Gods getrouwe beloften, die niet feilen. Sommigen nemen het Hebr. woord emuna voor zekerheid, bestendigheid; dat is, ene bestendige en vaste staat dien God den vromen toezegt, zelfs in het midden van het kruis, waar der goddelozen vreugde als gras des velds haast verdwijnt. Verg. Spreuk.2:7.